Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, de stem van het geschrei der dochteren mijns volks is [39]uit zeer verren lande: Is dan de HEERE niet te Sion, [40]is haar koning niet bij haar? [41]Waarom hebben zij Mij [42]vertoornd met hun gesneden beelden, met [43]ijdelheden der vreemden? 39. Babel, waar zij heen zouden gevoerd worden. Anders: [zal gehoord worden] vanwege [degenen die] uit verren lande [komen;] te weten de Chaldeen. Hebreeuws alsof men zeide: land der verheden. 40. Is dan de belofte uit, [mocht iemand zeggen] die Hij van Zion en zijn volk zo dikwijls heeft gedaan? 41. Antwoord van God op de voorgaande vraag. 42. Of, getergd. 43. Afgoderijen der vreemde heidense volken, of met vreemde goden, zie 2 Kon.17;15. Hebreeuws, des vreemden, onbekenden, uitlandsen.